Interview AD 2015

Algemeen Dagblad

Publicatiedatum: 28 mei 2015

Of lees de tekst onder de afbeelding.

Op de dag van de opening, 28 mei 2015, een prachtig artikel in het AD Rotterdam katern van Karin Spillenaar-Koolen  

“PRATEN OVER DOOD VAN DIERBARE”

Een plek in Rotterdam waar iedereen die te maken heeft met verlies en rouw terecht kan voor ondersteuning, begeleiding en advies. Die hulp wil het Rouwstation bieden. Vandaag gaan de deuren voor het eerst open, in het pand van Humanitas aan de Pieter de Hoochweg.

Tekst: Karin Spillenaar-Koolen
Beeld: Joep van der Pal

Eén van de initiatiefnemers is Willem Vermeijden, de Rotterdammer die na de zelfgekozen dood van zijn dochter Merel een organisatie van ouder-lotgenotengroepen oprichtte. Het idee voor het Rouwstation ontstond toen Annette Hartlief, rouwbegeleider bij Stichting Humanitas, hem uitnodigde om te spreken in het Rouwcafé.

Hartlief, wier 12-jarige zoon in 2000 stierf aan een hartafwijking, droomde al langere tijd van een plek waar alle aanbod op het gebied van rouw en verlies samenkomt. “Rotterdam kent veel organisaties en particuliere initiatieven die zich bezighouden met verlies en rouw, maar zij zijn niet altijd op de hoogte van elkaars activiteiten. Hierdoor hebben mensen ook geen overzicht hebben en zoeken soms tevergeefs naar ondersteuning.”

Daar moest verandering in komen. Carla Neefs – toegepast psychologe – sloot zich aan bij het project en de bal ging rollen. Vanaf donderdag bieden opgeleide vrijwilligers, stagiaires en een handjevol professionele krachten praktische ondersteuning, begeleiding en advies aan bezoekers van het Rouwstation. Diverse gespreksgroepen, wandelmiddagen, trainingen, lezingen en psycho-educatie vallen onder het aanbod van het Rouwstation, dat een samenwerkingsverband is tussen Humanitas, CVU Uitvaartzorg en Rouwgesprekken.nl van Willem Vermeijden.

‘De nasleep van het verlies van een dierbare duurt altijd langer dan de aandacht die de omgeving voor jouw rouw heeft’

Taboe

Vermeijden: “Wij hebben contact gelegd met verschillende professionele

organisaties en zelfstandig werkende huisartsen en therapeuten die met rouw te maken hebben. Zodoende creëerden we een ‘levende’ sociale kaart, indien verwijzing nodig blijkt.”

Maar de initiatiefnemers willen rouw in de eerste plaats normaliseren. “Dat is ontzettend belangrijk – rouwenden laten beseffen dat het normaal is wat je doormaakt. Er wordt soms te snel geproblematiseerd door betrokkenen en gekozen voor therapie of medicatie. Onze boodschap is: je mag voelen wat je voelt, het is jouw verdriet. Mensen willen daar gewoon aandacht voor, hoe lang geleden het ook is.”

Vermeijden vult aan: “De nasleep van het verlies van een dierbare duurt altijd langer dan de aandacht die de omgeving voor jouw rouw heeft. Het gemis wordt alleen maar groter naarmate de tijd verstrijkt – dat realiseren veel mensen zich niet. Daarom is lotgenotencontact, met mensen die weten wat je doormaakt, zo belangrijk.” Er is ook een taboe op rouw, denkt Hartlief. “Mensen associëren het met de dood en vinden het vaak een lastig onderwerp om over te praten. Middels voorlichtingen streven wij ook naar meer kennis en acceptatie binnen de samenleving.”

‘Na vijftig jaar huwelijk zit iemand ineens alleen op de bank en dan zeggen mensen dingen als ‘jullie hebben toch een mooi leven gehad samen’ of ‘het was zo’n mooi afscheid’

Ontredderd

Er staan al verschillende lezingen gepland. Van ‘Hoe ondersteun je mensen in de rouw?’ tot ‘Financieel overleven terwijl je verdriet hebt.’ Er worden verschillende activiteiten georganiseerd voor uiteenlopende doelgroepen. Ouderen zijn een bijzondere groep, zo blijkt. “Niet-erkende rouw”, stelt Vermeijden. “Na vijftig jaar huwelijk zit iemand ineens alleen op de bank, helemaal ontredderd. En dan zegt de omgeving dingen als, ‘jullie hebben toch een mooi leven gehad samen’, of, ‘het was zo’n mooi afscheid’. Daarmee ga je voorbij aan de rouw die iemand doormaakt.”

Vermeijden en Hartlief verloren allebei een kind. “Wij zijn allebei op een plek terecht gekomen in de hulpverlening waar we gedijen, maar waar we nooit terecht waren gekomen als onze kinderen niet waren overleden – dat is heel dubbel”, stelt Vermeijden. “Naast dat grote verlies is dit ook een stukje zingeving, het geeft het leven weer betekenis. Wij proberen mensen te helpen vanuit die eigen ervaring. Rouwen moet je zelf doen, maar het hoeft niet alleen.”

http://www.rouwstation.nl

Over Willem Vermeijden

Merel, de dochter van Willem Vermeijden, beroofde zichzelf op 23-jarige leeftijd van haar leven. In oktober 2013 verscheen er over die gebeurtenis een artikel in het Rotterdams Dagblad. Vanuit de behoefte om ouders te ontmoeten die ook een kind verloren hebben, richtte Vermeijden een lotgenotengroep op: Rouwgesprekken.nl.

Nadat het artikel in deze krant verscheen ontving Vermeijden een stuk of dertig reacties. Dat waren mailtjes van lotgenoten die hun steun betuigden of hun eigen verhaal wilden delen, maar ook mensen die zich aanmeldden voor de groep.

Het duurde niet lang of de eerste bijeenkomst was een feit. Enige tijd verstreek en inmiddels bestaat er een tweede ouder-lotgenotengroep in Brielle,die begeleiding krijgt van Annette Hartlief. En binnenkort begint een derde groep aan de Kleiweg, waar de leiding in handen is van Marjan Dilven. Zij is deelnemer van het eerste uur van Vermeijden’s eigen groep.

Naast de gespreksgroepen verzorgt Vermeijden presentaties met een sterk persoonlijk karakter en doceert hij het vak “Afscheid nemen en rouwen” aan de Hogeschool Rotterdam.

Op verzoek spijkert de Rotterdammer ook de kennis bij van medewerkers die zich inzetten bij welzijnsinstellingen en organisaties. Zo geeft hij presentaties aan GGZ/BAVO Rotterdam over suïcide preventie met als titel: ‘Belangen van behandelaars en ouders met een een kind in de GGZ’

Dit artikel verscheen op 28 mei 2015 in het Rotterdams Dagblad.